HOE BOUW JE EEN SPRINGTOUWROUTINE OP?
Een van de geweldige aspecten van touwtjespringen is hoeveel creativiteit het mensen biedt. Er zijn eindeloos veel vaardigheden die je kunt leren en, daarmee, een oneindig aantal combinaties die je kunt bedenken. Maar waar begin je? Laten we dit bespreken.
Verschillende springers bouwen hun routines op verschillende manieren – er is geen beste aanpak. Laten we daarom een paar manieren onderzoeken waarop je dit creatieve proces kunt benaderen. Ik raad je aan ze allemaal te proberen en te ontdekken wat voor jou werkt.
METHODE 1 – KNIP & PLAK
Dit is de eenvoudigste methode en vereist de minste inspanning. Simpel gezegd: begin met het leren van routines van anderen die je mooi vindt – hoe meer, hoe beter. Met deze ‘stukjes’ kun je de basis vormen van je eigen ‘stijl’. Zodra je genoeg ‘stukjes’ uit verschillende combo’s hebt, probeer je ze aan elkaar te plakken tot compleet nieuwe series. Sommige zullen werken, andere niet. Door dit steeds te doen, bouw je een ‘achtercatalogus’ op van bewegingen die je leuk vindt, en al snel zul je ontdekken welke bewegingen vloeiend samengaan. Van daaruit kun je een eigen stijl ontwikkelen.
Maar wat is het addertje onder het gras? Er zijn twee grote beperkingen aan deze aanpak. Ten eerste, en het meest voor de hand liggend, ben je afhankelijk van andermans creativiteit. Je doet geen zelfonderzoek. Creativiteit is een vaardigheid die je moet oefenen, en als je te veel op deze methode leunt, kan dat je eigen creativiteit belemmeren. Ten tweede loop je het risico gewoonten te vormen door dezelfde mini-combo’s steeds opnieuw te oefenen, totdat je sterke spierherinnering opbouwt voor alleen die combo’s. Om dit te voorkomen, raad ik je aan om wat je leert op te splitsen in zoveel mogelijk fragmenten, zodat je creativiteit getraind blijft.
METHODE 2 – WISKUNDIG AANPAKKEN
Net als bij wiskunde heeft touwtjespringen regels. In feite kunnen alle bewegingen binnen touwtjespringen worden uitgedrukt via een eenvoudig stel regels. Deze regels begrijpen is de sleutel tot ware creativiteit, omdat je daarmee verder kunt gaan dan alleen wat je van anderen hebt gezien. Deze methode raad ik echter niet aan als eerste stap, zeker niet als je nog relatief nieuw bent met touwtjespringen. Het kan in het begin overweldigend moeilijk zijn om je dit voor te stellen – en het laatste wat je wilt is dat het plezier verdwijnt.
Voor degenen bij wie wiskunde van nature goed gaat, gaan we de diepte in. Alle crosses kunnen worden ingedeeld op basis van waar de handen kruisen. Er zijn drie groepen:
Front Cross (FC): beide handen kruisen voor je lichaam (bijv. Cross)
Back Cross (BC): beide handen kruisen achter je lichaam (bijv. EB)
Half Cross (HC): de ene hand kruist voor, de andere achter je lichaam (bijv. TS)
Met deze categorieën kunnen we enkele eenvoudige regels opstellen die uitleggen hoe je van de ene vaardigheid naar de andere schakelt, ongeacht welk deel van je lichaam door de arm wordt gekruist.
Open → FC = geen swings
Open of FC → HC = 1 swing
HC → BC = 1 swing (behalve Dives)
Open of FC → BC = 2 swings (of 1 Open)
FR naar FR, HC naar HC, of BC naar BC = geen swings
BC of HC terug naar FR = geen swings
Als deze regels nieuw voor je zijn, pak dan je basisvaardigheden (Cross, EB & TS) en experimenteer met deze overgangen. Volg elke regel. Probeer de regels te doorbreken. Pas dan kun je visualiseren hoe ze werken en hoe je ze kunt toepassen op álle vaardigheden.
METHODE 3 – STEL EEN GRENS
Wil je je creativiteit een boost geven? Geef jezelf een grens en kijk wat je ermee doet. Maar wat houdt dat in? Hier zijn enkele ideeën om je op weg te helpen:
“De combo moet volledig achterwaarts zijn.”
“Ik moet één hand de hele routine achter mijn rug houden.”
“Ik houd één been de hele tijd van de grond.”
“Ik moet elk type Ground Cross op een bepaald moment gebruiken.”
Soms duiken deze grenzen op in onverwachte situaties. Verschillende touwen lenen zich bijvoorbeeld voor verschillende soorten vaardigheden en stijlen. Je zou een routine kunnen bouwen met een type touw dat je niet vaak gebruikt, of een stijl proberen met een touw dat daar normaal niet voor is bedoeld, om te zien welk effect dat heeft op je creativiteit.
Deze methode sluit heel goed aan bij Methode 1 & 2, en het combineren van methodes is de beste manier om je creativiteit zo veel mogelijk te verbreden.
METHODE 4 – CHOREOGRAFEER
Muziek kan een geweldige bron van inspiratie zijn en biedt een compleet andere benadering dan de voorgaande methodes. Net als dansers kan een springer zijn creativiteit uitdrukken met de vaardigheden en bewegingen die hij kiest op basis van de vloeiende dynamiek van een lied. Je kunt het tempo, de instrumentatie, melodie, ritme en accenten in de muziek gebruiken om je routine te vormen. Laten we een paar voorbeelden bekijken.
De meeste westerse popmuziek is geschreven in een 4/4-maatsoort. Dit betekent dat er vier tellen in elke maat zitten. Als je nummer in 4/4 is, kun je je vaardigheden plannen in groepen van vier of acht. Je kunt hier heel effectief side swings inzetten tussen elke crossing, door een “one and two and three and…” heen-en-weer-flow te creëren.
Drums vormen de ritmische ruggengraat van de meeste muziekgenres. Je kunt de accenten en het ritme van de drums in een nummer gebruiken om bepaalde vaardigheden en bewegingspatronen te benadrukken in je springtouwworkout.
Elk lied heeft een bepaalde snelheid, ofwel tempo, waarin het wordt gespeeld. Door de tellen per minuut te volgen, spring je mee op het aantal beats per minute (BPM) van het gekozen nummer. Je kunt je springtouwworkout naar een hoger niveau tillen door de downbeat van het lied te synchroniseren met het geluid van het touw wanneer het de vloer raakt bij elke vaardigheid. Maar waarom daar stoppen? Wat dacht je van double unders, of double time? Of half-time met een double bounce-ritme?
WAAR MOET JE BEGINNEN?
Probeer één van deze methodes uit – of combineer er een paar – en ontdek wat je inspireert en helpt om je eigen, unieke springtouwroutine samen te stellen. Veel springplezier!
Een app ontwikkeld door Coach Chris zelf, boordevol honderden vaardigheden en combo’s waarin je tips en tricks kunt leren, en zelfs je eigen routine kunt opbouwen. Doe mee aan dagelijkse uitdagingen, houd je voortgang bij, en word uitgedaagd in je eigen tempo.
Als je net begint met touwtjespringen, raad ik je aan om Tricktionary+ te bekijken, met een speciaal beginner-vriendelijk gedeelte met meer dan 50 gemakkelijk te leren trucs.
Meld je vandaag nog aan en gebruik de code BLOG30 voor een levenslange korting van 30% – al vanaf £7 per maand!